Friesche Sierduiven Club    |     home
Hokbezoek het Zuiden   |   Selecteren   |   Uit de oude doos
Selekteren
SELECTIE IS ONVERMIJDELIJK
Onlangs kregen we een artikel onder de ogen, welke geschreven was door een medewerker van de Friese Milieu Federatie, wat handelde over de invloed van roofdieren en de daarbij optredende zelfregulerende werking in de natuur van eten en gegeten worden.
 
In dit artikel kwam naar voren waarom de aanwezigheid van roofdieren in de natuur zo belangrijk is. Daarbij kan worden vastgesteld dat roofdieren wel degelijk invloed hebben op de vitaliteit van de prooidieren populatie.
De zwakkere exemplaren vallen eerder ten prooi aan een belager dan de vitale individuen in een populatie. De sterkste, meest alerte dieren zien vaak kans te ontkomen aan de klauwen of bek van hun belager.
Deze zelfde vitale, alerte dieren leveren de genen die aan de basis staan van de volgende generatie.
De schrijver verhaalt daarbij van een postduivenhouder, die vele prijzen behaalde met wedstrijdvluchten. Zijn duivenhok grensde aan een bosperceel, waarin jaren geleden een havik zijn intrek had genomen.
Bij het selecteren werd de duivenhouder, naast de selectie op bouw en uiterlijk van zijn dieren, geassisteerd door de havik die daadwerkelijk de vliegcapaciteit van de duiven op de proef stelde. Slechts de beste dieren bleven na de flitsende achtervolgingen uit de klauwen van de roofvogel.
 
Onwillekeurig gingen onze gedachten uit naar onze sierduivenfokkerij, waarvan het kweekseizoen al weer een poosje is verstreken. De hokken zitten vol en vaker soms nog meer dan vol met jonge dieren en wij ook voor de taak staan hierin te gaan selecteren.
het is nu zaak de gehele collectie aan een kritische blik te onderwerpen en dieren welke niet voldoende aan de eerste vereiste raseigenschappen beantwoorden, uit te selecteren en zo spoedig mogelijk uit het hok te verwijderen.
Gedachtig aan de inleiding zal de selectie niet alleen beperkt mogen zijn op de uiterlijke hoedanigheden, doch ook op de andere onderdelen. We denken hierbij aan de grootte van de jonge dieren, zeker niet onbelangrijk, maar het allerbelangrijkste ook de dieren te beoordelen op vitaliteit, het opgroeien in het nest, of ze ziek zijn geweest, glad in de veren zitten, helder uit de ogen kijken, goed zijn doorgeruid, het zijn allemaal onderdelen waarop gelet moet worden, wil men zijn stam vitaal houden en voor de toekomst verzekerd zijn van een goede nafok.
In dat opzicht kan men nooit streng genoeg zijn in de selectie.
In de natuur blijven, zoals reeds is beschreven, alleen de sterksten, de slimsten en de vlugsten over om voor het nageslacht te zorgen. Echter is het selecteren wel één van de moeilijkste onderdelen in onze hobby. Goede jonge dieren te fokken is moeilijk, doch goed te selecteren is vaak nog veel moeilijker. Want vaak is het zo, dat juist die dieren, welke uiterlijk het meest aan de gestelde standaardeisen voldoen, afwijkingen vertonen op één der belangrijkste raskenmerken of in hun gezondheid. Bijvoorbeeld kan dat zijn, dat het dier een krom borstbeen heeft, dunne waterige mest afgeeft, vaak bij de voergoot zit te treuzelen of te dromen en ga zo maar door. Het is dan vaak heel moeilijk een beslissing te nemen, vaak met een argument van dat men toch nog wel wil zien “wat er uitkomt”.
Ook wil het wel dat men (soms kleine) afwijkingen niet ziet, door een zekere mate van hokblindheid. Ook wil het voorkomen dat men het euvel niet wil zien, daar men dan verblind is door de uiterlijke kwaliteiten van de betreffende vogel.
 
Het gemakkelijkst is te selecteren als men bijvoorbeeld een poos op vakantie is geweest en men zich als het ware “los” heeft gemaakt van de dieren. De gehele collectie kan daarna veel objectiever worden bezien en beoordeeld (en veroordeeld). Zaak is wel dat er dan ook resoluut moet worden gehandeld en men dat dan ook blijft doen !!
Maar als de gehele operatie achter de rug is en men komt dan weer in de hokken, lijkt het of de overgebleven dieren plotseling veel beter in kwaliteit zijn geworden, doordat ze veel meer ruimte tot hun beschikking hebben gekregen en daarmee beter tot hun recht komen.
Hoe minder dieren in de hokken, hoe beter de dieren zullen gedijen. Daarom is naast een goede verzorging een strenge selectie een voorwaarde tot succes.
 
G. de Vries Jr.